Na 150 jaar is het ‘schisma van Banholt’ folklore geworden
Tekst: Matheu Bemelmans | Foto’s: Gerlachusparochie Banholt/Kerkgebouwen in Limburg/Persdienst bisdom Roermond
Wie anno 2025 door het landelijke Banholt rijdt, ziet een karakteristiek dorp. Zoals er vele zijn in het Heuvelland. De kerk in het midden en wat straten eromheen. Niets wijst erop dat zich hier anderhalve eeuw geleden een hevige kerkstrijd heeft afgespeeld, die zelfs tot een heus schisma leidde.
In een tijd waarin kerken gesloten worden, is het wat moeilijk voor te stellen dat het nog niet zo heel lang geleden is dat gemeenschappen bereid waren tot het uiterste te gaan om een eigen kerk te kunnen bouwen. In Banholt weten ze daarvan mee te praten. Onder aanvoering van een paar notabelen bouwde het dorp z’n eigen kerk. Tot groot ongenoegen van de pastoor, de deken, de bisschop, de baron, de gouverneur en zelfs de koning. Maar de kerk kwam er en staat er 150 jaar later nog steeds. Dit jaar wordt het jubileum op allerlei manieren gevierd.
Saamhorigheid
“Dat eigenzinnige, de saamhorigheid en een groot doorzettingsvermogen kenmerken het dorp nog steeds,” zegt voorzitter Nicky Tossings van de jubileumstichting. “Banholt heeft duizend inwoners en dertien bloeiende verenigingen. Als er wat te doen is, doet iedereen mee. Vooral tijdens de Pinksterkermis als de Gerlachus-den geplaatst wordt en de ‘bronk’ trekt. Dan is het vier dagen feest.” Maar ook bij het jubileum van de kerk zijn veel mensen betrokken. “De ontstaansgeschiedenis is in families steeds aan elkaar doorverteld,” zegt Tossings. “Wij hebben onze eigen kerk gebouwd, dat is wat iedereen weet. Nu ik me wat meer in de details verdiep, kan ik me voorstellen dat de toenmalige bisschop wel eens moe werd van die eigenwijze lui van Banholt.”
Harry van der Bruggen toont zijn boek 'De Klompenraad uit de Dalestraat'
Bijzondere episode
De strijd over het bouwen van een eigen kerk ging de geschiedenis in als het ‘schisma van Banholt’. Het conflict begon met een slechte communicatie tussen de rijkste boeren van het dorp en bisschop Joannes Paredis. Dat is de stellige overtuiging van Harry van der Bruggen. De gepensioneerd wetenschappelijk medewerker van de Universiteit Maastricht dook de afgelopen 12 jaar in de geschiedenis van het dorp en schreef een vuistdik boek over de kerkstrijd en het schisma. Deze bijzondere episode uit de Limburgse kerkgeschiedenis werd al vaker beschreven, maar Van der Bruggen kreeg de kans om niet eerder geraadpleegde bronnen te bestuderen. Dat heeft volgens hem tot een aantal nieuwe inzichten geleid.
Op een rustige zaterdagmorgen vertelt hij aan de keukentafel hoe hij een paar jaar geleden gevraagd werd om het archief van de Gerlachusparochie te ordenen. Al speurend tussen de oude brieven en documenten wist hij het ene na het andere interessante feit over de roerige ontstaansgeschiedenis van de Gerlachuskerk boven tafel te halen. Van der Bruggen: “Het begon in 1865 met het plan om de kerk van de Lambertusparochie in Mheer – waartoe ook Banholt en Terhorst behoorden – te vergroten. Toenmalig bisschop Paredis zag liever dat er een nieuwe kerk gebouwd werd. In de winter van 1872/1873 werden die plannen concreter. Het buurdorp Banholt had geen eigen kerk en stelde voor om de nieuwe kerk halverwege de twee dorpen te bouwen en als dat niet kon Banholt een eigen kerk te geven.”
Dat plan stuitte op bezwaren vanuit Mheer én Den Haag, want de regering subsidieerde maar één kerk en geen twee. Banholt kreeg van de bisschop te horen dat ze eventueel een eigen kapel mochten bouwen, op voorwaarde dat ze zich niet afscheidden van de parochie Mheer, dat ze de kosten voor de priester zelf betaalden, dat die kapel op minstens een half uur lopen van Mheer zou staan en dat ze de bouw van de nieuwe kerk in Mheer zouden steunen.
“Daarmee begon een hoop gedoe,” legt Van der Bruggen uit, “want die voorwaarden kon je op verschillende manieren uitleggen. ‘Minstens een half uur’ kon ook een kwartier of twintig minuten zijn. En de bouw van de kerk van Mheer niet tegenwerken, vonden ze in Banholt prima. Maar meebetalen, daar peinsden ze niet over.” Daar kwam nog bij dat Banholt de meerderheid had in de gemeenteraad en ook de burgemeester leverde. Tegen de zin van alle andere overheden stelde de gemeente een stuk grond beschikbaar en zo begon in 1874 de bouw van de kerk van Banholt. Deze was in 1875 gereed, nu precies 150 jaar geleden.
Interieur van de Gerlachuskerk
“De initiatiefnemers stuurden een brief naar de bisschop dat de kerk annex kapel klaar was, compleet met altaar, misgewaden, kandelaars en canonborden,” vertelt Van der Bruggen. “Ze waren in de veronderstelling dat ze zich aan alle voorwaarden hadden gehouden en vroegen om een priester. Maar Mgr. Paredis liet weten dat daar geen sprake van kon zijn. Dus stond er in Banholt een kerk, die niet gebruikt kon worden. De eigenwijze Banholtenaren reageerden daarop door uit de kerk van Mheer weg te blijven en op zondag in hun eigen kerk samen het rozenhoedje te bidden. Daarmee verzuimden ze hun zondagsplicht, tot groot ongenoegen van de pastoor van Mheer.”
Het conflict was geboren en liep in de jaren erna alleen maar hoger op. Er gingen brieven op poten heen en weer tussen Roermond en Banholt. “Bisschop Paredis volgde een strategie waarbij hij eerst iets toegaf en vervolgens de eisen aanscherpte,” zegt Van der Bruggen. “Zo kwam hij de kerk wel wijden, maar hij benoemde geen priester. De kapelaan van Mheer kreeg toestemming om in Banholt de mis te doen, maar die werd na drie maanden weer ingetrokken. De processie van Mheer trok langs de kerk van Banholt, maar daar mocht niet de zegen worden gegeven.”
Sleepskapelaan
Omgekeerd woonden er in het dorp ook geen lieverdjes, geeft Van der Bruggen toe. “Op de achtergrond speelden er allerlei zakelijke conflicten mee tussen notabelen uit Banholt, die ruzie hadden met de baron van Mheer en hem een hak wilden zetten.” Toen de kapelaan van Mheer in 1876 het verbod kreeg om nog langer missen op te dragen in Banholt, besloot het dorp opnieuw elke zondag zelf het rozenhoedje te bidden. “Tot overmaat van ramp was een van de voorbidders een vrouw. Een groot schandaal in die tijd,” vertelt Van der Bruggen. “Ze droeg een lange jurk met een sleep en werd gekscherend de ‘sleepskapelaan’ genoemd. Alle pastoors in de omgeving spraken er schande van. Ze hadden het over de ‘wilde vespers’ en de ‘Banholter mis’.”
Gerlachus als derde keuze
Niet alleen over de bouw van de kerk van Banholt is gesteggeld, ook over de naam. Drie van de belangrijkste initiatiefnemers in 1874 heetten Hendrik. Hun voorstel was dus om de kerk naar de Heilige Henricus te vernoemen. Maar bisschop Paredis besloot dat het een H. Hartkerk moest worden. Dat gebeurde ook. “Want,” zo zei de deken van Gulpen: “De boeren van Banholt moesten niet denken dat ze met hun gedram ook maar iets bereikt hadden.” Bij de bouw van de kerk wist Banholt een oude klok uit de kerk Houthem te bemachtigen, waarmee de Gerlachusdevotie z’n intrede deed in Banholt. Toen de kerk in 1922 een nieuwe toren en een nieuw hoogaltaar kreeg, waren de Hendriken overleden en gaf bisschop Laurentius Schrijnen toestemming om de H. Hartkerk om te dopen in Gerlachuskerk.
Die moeilijke situatie bleef voortduren tot 1880. Toen dreigde een van de notabelen van het dorp, een dominee aan te stellen als de bisschop niet eindelijk met een priester over de brug zou komen. Via de potestantse kerk in van Gulpen werd contact gelegd met de oudkatholieke priester Frans Svitek uit Bohemen. Van der Bruggen: “Deze kwam in december van dat jaar naar Banholt. Hij was geëxcommuniceerd, maar droeg toch de mis op. Dat werd gezien als schismatiek en ontwijding van de kerk. Hij was bovendien zeer charismatisch en kreeg de vrouwen van Banholt zover dat ze de pastoor van Mheer een ketter noemden. Dát was het eigenlijke schisma van Banholt. Niet de ruzie over de bouw van de kerk, maar het feit dat de gelovigen een schismatieke priester volgden.”
Dit was voor de bisschop de spreekwoordelijke druppel. Hij eiste dat Svitek weggestuurd zou worden. Daarna zou hij de kerk opnieuw wijden en Banholt tot rectoraat verheffen. “Eind januari 1881 ging Svitek terug naar Bohemen en werd Banholt een rectoraat. Maar zonder rechten,” verduidelijkt Van der Bruggen. “Dat wil zeggen dat er alleen de mis mocht worden opgedragen. Voor alle andere sacramenten moest men alsnog naar Mheer.” Nicky Tossings bevestigt dit. “Er is één oudere dame in het dorp die nog meegemaakt heeft dat Banholt geen zelfstandige parochie was en dat zij haar eerste communie moest doen in Mheer.” Die situatie heeft geduurd tot 1937. Toen werd Banholt een rectoraat mét rechten en in 1939 werd het tot parochie verheven en kon de strijdbijl eindelijk begraven worden. “Het is onvoorstelbaar wat men allemaal gedaan heeft om een eigen kerk te kunnen behouden,” zegt Tossings.
“Het feitelijke schisma heeft maar een maand geduurd,” legt Van der Bruggen uit. “Maar de kerkstrijd duurde negen jaar. En strijd mag je letterlijk nemen, want er is wat afgeknokt in die tijd. Tussen de mannen van Mheer en Banholt. Maar ook tussen Banholtenaren onderling. Een keer liep het zo uit de hand dat de marechaussee er vanuit Eijsden aan te pas moest komen. Bij die gelegenheid werd er geschoten en is er uiteindelijk ook een dode gevallen.”
De kerkstrijd leeft in Banholt voort als oral history zegt Van der Bruggen. Er zijn eerder boeken over geschreven en toneelstukken gemaakt, maar men had niet alle feiten op een rij en de verhalen werden steeds mooier en groter. Inmiddels heeft het conflict de status van folklore bereikt. “De strijd Banholt/Mheer is altijd gebleven,” zegt Tossings, “maar is nu omgezet in sportieve rivaliteit. De twee voetbalclubs zijn inmiddels gefuseerd. Als ze dat niet hadden gedaan, hadden ze allebei niet meer bestaan. De jonkheden werken samen en ook de parochie is onderdeel van een federatie van negen parochies. De betrokkenheid in dorp is groot, maar we moeten de ogen niet sluiten. De kerk zit echt niet meer elke week vol. Het is wel grappig dat Banholt destijds afhankelijk was van de pastoor van Mheer en dat de pastoor van Mheer nu in Banholt woont.”
Programma jubileum
Het jubileumjaar is op 5 januari (feestdag Sint-Gerlachus) met een bedevaart met het borstbeeld van Gerlachus van Houthem naar Banholt. De komende maanden zijn er nog de volgende activiteiten:
20/21 april (Pasen):
Expositie in de kerk van kerkschatten, archiefstukken en film voor kinderen.5 juli:
Dorpsfeest met theatervoorstelling over de kerkstrijd op het plein voor de kerk.27 september:
Escaperoom, waarbij kinderen de kerk verkennen.25 oktober:
Presentatie boek ‘De klompenraad uit de Dalestraat’ van Harry van der Bruggen.4 januari 2026:
Afsluiting jubileumjaar met bisschop Ron van den Hout.Meer info op www.gerlachuskerkbanholt.nl